Pensioenfondsen moeten rekening houden met hogere premies. Want de rekenregels voor de toekomstige verplichtingen worden aangepast.
De Nederlandsche Bank (DNB) past een deel van de rekenrente die pensioenfondsen gebruiken om de waarde van toekomstige verplichtingen te berekenen aan. Dat maakte de toezichthouder op de pensioensector dinsdag bekend.
Door de aanpassing van de zogeheten ‘ultimate forward rate’ (UFR) moet de zogenoemde rekenrente een meer realistisch beeld geven ten opzichte van de marktrente. Voor pensioenfondsen geldt dat een lagere rente betekent dat de premies die ze veelal in vastrentende obligaties beleggen minder rendement opleveren. Hierdoor moet meer geld opzij worden gezet om toch te zorgen dat voldaan kan worden aan de uitkeringsverplichtingen.
Lagere rente
Tot nog toe mochten pensioenfondsen met een (vaste) rente rekenen van 4,2 procent. Maar DNB vindt die vaste rente niet meer realistisch en voert nu een rente in die een beetje meebeweegt met marktrentes. En op financiële markten is de rente de afgelopen jaren juist gedaald. De nieuwe rekenrente die DNB wil invoeren ligt momenteel op 3,3 procent, bijna één procentpunt lager dan de huidige vaste rekenrente.
In de tabel hieronder geeft de blauwe lijn de huidige vaste rekenrente weer en de (dalende) groene lijn de nieuwe rekenrente.
(klik voor uitvergroting)
Volgens DNB moet worden voorkomen dat er teveel pensioen wordt uitgekeerd, terwijl er te weinig premies worden geïnd. Dit gevaar bestaat als de rekenrente veel hoger is dan de 'echte' rente. Pensioenfondsen schetsen dan een te rooskleurig beeld van hun financiële positie.
De nieuwe methode zorgt voor een enigszins lagere dekkingsgraad bij pensioenfondsen. Dat wil zeggen de verhouding tussen de bezittingen van pensioenfondsen en de geschatte toekomstige uitkeringsverplichtingen. Sommige fondsen moeten daardoor wellicht een herstelplan indienen, waarin ze aangeven hoe ze de dekking weer op peil denken te krijgen. Volgens DNB zal dit echter niet zorgen voor aanvullende kortingen op pensioenen.
Hogere pensioenpremies door nieuwe rekenmethode
De nieuwe methode kan wel leiden tot hogere pensioenpremies. Dit effect, dat afhangt van de keuzes en de huidige premies bij fondsen, blijkt pas bij de vaststelling van de premies voor 2016.
De UFR werd ingevoerd om pensioenfondsen beter te beschermen tegen schokken op de financiële markten. Die leidden in het verleden tot harde maatregelen, vanwege een scherpe daling van de actuele rente. Daarom werd in 2012 besloten een rekenrente te gebruiken die rekening houdt met de verwachtingen voor de rente op lange termijn.
Bron: ANP/Z24
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl